Weerspreuken naar waarheid

Vroeger werd er aan de hand van het gedrag van de dieren voorspeld wat voor weer er op komst was. Nu hebben we daar genoeg andere middelen voor. Toch is het nog steeds leuk om het gedrag van de dieren bij het weer te herkennen. Daarom zetten wij enkele weerspreuken met de verklaring op een rijtje.

‘Storm gaat er komen, als de hanen hun staart laten hangen’

Deze spreuk ontstond, omdat mensen dit gedrag regelmatig waarnamen en er ook een weerbeeld aan konden koppelen. Door de lage luchtdruk, een voorbode van slechter weer, zouden de dieren zich slap voelen. Een andere verklaring is dat de te verwachten regen dan gemakkelijker van de veren kon lopen.

‘Hoor je de koekoek al eind maart, doof dan gauw maar de haard’

De koekoek komt alleen bij temperaturen tussen de vijf en vijftien graden naar onze streken. Hij verdraagt geen vorst.

‘Vliegt de zwaluw hoog, blijft het droog’

Als het windstil en de lucht droog is, vliegen de insecten hoger, evenals hun jagers, de zwaluwen…

‘Draagt de haas nog een zomerkleed, dan is de winter nog niet gereed’

De wisseling van de vacht hangt samen met de toe- of afname van de luchtvochtigheid en de verandering van de lichtintensiteit. Hoe killer en donkerder, des te dichter de vacht als extra beschermlaag. Het is soms lastig om een haas en wild konijn uit elkaar te halen. Voor deze weerspreuk maakt dit echter niet uit. Ook bij konijnen gaat deze wijsheid op.

Weerspreuken: ‘Wilde ganzen in een V, brengen vorst en vriesweer mee’

Ganzen kunnen geen voedsel vinden als de grond bevroren is, dus voor ze honger gaan lijden vertrekken ze naar warmere oorden. De reden dat ze in V-vorm vliegen is, dat deze zware vogels op die manier de minste weerstand ondervinden.’

‘Staat de gans op één poot, de kans op een stortbui is dan groot’

Ganzen trekken zich niets aan van regen, omdat het vocht niet schadelijk is voor hun veren. Een stortbui vinden ze niet verontrustend. Daarom ontspannen ze op een poot.

‘Als de bij naar huis toe vlucht, dan zit er regen in de lucht’

Bijen die heel dunne, tere vleugels hebben, houden van droog en warm weer. Als het weer mooi en stabiel is, zullen ze zich dus verder van de korf wagen; ze voelen aan, dat ze met droge vleugels kunnen terugvliegen. En dreigt er regen, dan zullen ze dichter bij huis blijven.

Heb jij nog leuke weerspreuken, die echt kloppen? Laat het ons weten!