Met hun prachtige kleuren zijn vlinders één van de mooiste insecten om te zien. Helaas hebben vlinders in Nederland het moeilijk omdat leefgebieden steeds kleiner worden. Help de vlinders in je tuin door een paar simpele aanpassingen. De Vlinderstichting geeft tips:
Brandnetels
Rupsen van de kleine vos, dagpauwoog, landkaartje, atalanta en gehakkelde aurelia leven uitsluitend van grote brandnetel. Laat die dus staan in een onopvallend halfzonnig hoekje. Om de brandnetel tot één pot te beperken kun je hem in een emmer in de grond planten.
Uitgebloeide planten
Uitgebloeide planten kun je het beste (voor een deel) laten staan. Ze vormen een overwinteringsplek voor veel insecten. Knip de afgestorven delen pas laat in het voorjaar weg, als de insecten uit hun winterrust zijn ontwaakt.
Klimop = dubbelop voor vlinders in je tuin
Sommige planten hebben een dubbelfunctie. Zo biedt klimop in het najaar nectar: vele vlinders, bijen, zweefvliegen en andere insecten zijn er dan in te vinden. En in de zomer biedt klimop ook nog voedsel voor de rups van het boomblauwtje, die zich tegoed doet aan het blad.
Aan de slag
Iedere tuin is anders. Grondsoort en ligging hebben invloed op de keuze van planten. Op deze website vind je welke planten je het beste kunt kiezen. De website bepaalt aan de hand van je gegevens welke planten het meest geschikt zijn voor je tuin.
Wintergroen
Hoewel het een uitdaging is om zo veel mogelijk nectarplanten in je borders te zetten, zijn ook wintergroene planten van groot belang voor de vlinders in je tuin. Deze leveren misschien geen voedsel, maar bieden wel de broodnodige beschutting aan insecten, egels en vogels.
Kijk voor meer informatie op de website van de Vlinderstichting!