Tijdens een fietstocht of een wandeling zie je ze met regelmaat opvliegen: de fazant (Phasianus colchicus). Ondanks dat deze vogels in onze contreien zoveel voorkomen, zijn ze niet echt inheems. Waarschijnlijk hebben de Romeinen ze ingevoerd in West-Europa. Oorspronkelijk komen fazanten uit de gebieden rond de Kaukasus, tot in Noord-Vietnam; een exotische vogel dus. Wij hebben even wat weetjes over deze bijzondere vogel voor je op een rijtje gezet. 

80 centimeter bedraagt de spanwijdte van de fazant  ongeveer. Bij vermeend gevaar nemen ze op het laatste moment de vleugels met een luide kreet.

0,40 meter kan de staart van de fazantenhaan zijn. Dat is de helft van zijn totale lengte. Je herkent fazantenhanen aan het kastanjebruine verenkleed, zijn glanzend groene kop en de overige prachtige kleuren. Fazantenhennen zijn lichter van kleur, dat biedt camouflage.

27 tot 35 gram is een gemiddeld fazantenei. Meestal worden de eieren niet groter dan 6 centimeter.

12 eieren legt een fazantenhen gemiddeld per keer. Dicht bij de grond en goed verscholen tussen de takken broedt ze gedurende zo’n 25 dagen haar eieren uit.

8 weken blijven de kuikens bij hun moeder en gaan ze mee op stap.

45 miljoen is de laagste schatting van het aantal fazanten wereldwijd. Tussen de 5 en 24% daarvan woont in Europa.

Meer lezen over dieren? Klik dan hier.