Met het koude weer is er niets fijner dan in de keuken staan om een heerlijke lekkernij te bakken. Kaneel en warme appel doen denken aan de wintermaanden en daarom is deze appelstrudel perfect om nu te maken!
Ingrediënten (voor 8 porties)
Voor het strudeldeeg
– 200 g patentbloem
– 1 snufje zout
– 1 el olie
– 1 ei
– 125 ml lauwwarm water
– olie voor het bestrijken
– bloem voor het bestuiven
– boter voor het bestrijken
Voor de vulling
– 1,5 kg enigszins zure appels
– 80-100 g boter
– 100 g paneermeel
– 100 g kristalsuiker
– 1 zakje vanillesuiker
– 1 tl kaneel
– 2 el rum
– 80 g krenten
– 100 g vloeibare boter voor het bestrijken
– poedersuiker voor het bestrooien
Bereiding
Zeef de patentbloem op een werkblad en maak een kuiltje in het midden. Doe het zout, de olie en het ei in het kuiltje en voeg geleidelijk water toe. Kneed alle ingrediënten tot een glad deeg. Bestrijk het deeg dun met olie en laat minstens een half uur afgedekt rusten. Bestuif een theedoek en het deeg met bloem en rol het deeg met een deegroller gelijkmatig uit. Bestrijk het met vloeibare boter en laat het enkele minuten afgedekt rusten. Trek het deeg nu over de rug van je handen gelijkmatig uit tot het heel dun is en snijd de randen af.
Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snijd ze in vieren en daarna in ongeveer 3 millimeter dikke schijfjes (dit lukt het snelst met een mandoline of een keukenmachine met passend inzetstuk). Verhit de boter in een pan, voeg het paneermeel toe en laat goudbruin worden; zet opzij en laat afkoelen. Meng de appels met de kristal- en vanillesuiker, kaneel, rum en rozijnen. Rek het deeg uit, druppel er vloeibare boter over en snijd de randen eraf. Strooi het goudbruine paneermeel over het deeg en verdeel de appelschijfjes erover. Rol het deeg strak op en druk de uiteinden goed aan. Leg de strudel op een beboterd bakblik of op bakpapier en bestrijk hem nog eens goed met vloeibare boter. Bak hem bruin in de op 200 tot 220 graden voorverwarmde oven. Bestrooi de strudel met poedersuiker en dien warm of koud op.