Ingrediënten (voor 4 personen)
Voor de koekjes
– 500 g bloemige aardappelen
– zout
– 2 grote savooiekoolbladeren
– 1 sjalotje
– 1 ei
– 1-2 el bloem
– peper
– versgeraspte nootmuskaat
– 3 el bakboter
Voor de eieren
– 4 eieren
– 50 ml azijn
Bereiding
Schil de aardappelen, was ze en kook ze ongeveer 30 minuten in zout water tot ze gaar zijn. Giet ze af, pureer ze en laat uitdampen. Was de koolbladeren en dep ze droog. Verwijder de harde bladnerven en snijd de bladeren in reepjes. Blancheer ze 2-3 minuten in zout water, laat onder de koude kraan schikken en dep goed droog. Pel het sjalotje en hak het fijn. Voeg de snippers samen met de kool, bloem en het ei toe aan de aardappelen en verwerk alles tot een kneedbaar deeg. Kruid met zout, peper en nootmuskaat. Vorm de koekjes van het deeg en bak ze in de boter aan beide kanten in 6 tot 8 minuten goudbruin.
Breng voor de gepocheerde eieren de azijn met een liter water in een kleine pan aan de kook. Breek telkens één ei in een kleine kom of kop en laat dit voorzichtig in het kokende water glijden. Vorm het ei direct met behulp van een eetlepel mooi rond. In het ideale geval is de eierdooier helemaal omhuld met eiwit. Na ongeveer 4 minuten is het eiwit vast en de dooier nog zacht. Schep het ei met een schuimspaan voorzichtig uit het water en laat uitlekken.
Schik de koekjes met de eieren op de borden, kruid met wat zout en peper, garneer met bijvoorbeeld citroen en sla en dien op.