Bestaat er iets herfstachtigers dan de geur en aanblik van paddenstoelen, in de pan of in de natuur? Nee toch! Bij paddenstoelen denk je al gauw aan eetbare paddenstoelen, maar pas op, ze zijn niet allemaal zo smakelijk! Wil je plukken in het wild? Of wil je alleen maar kennis maken? Wij vertellen je er meer over.
Soorten paddenstoelen
De allerbekendste paddenstoel is natuurlijk de champignon, maar er zijn nog veel meer soorten: parasolzwammen, eekhoorntjesbrood, anijschampignons, reuzenbovisten, rosse peppelboleten, hanenkammen (ofwel cantharellen), morieljes, berkenboleten, fluweelpootjes, paarse schijnridders, lariksboleten, pieds de mouton ofwel gele stekelzwammen, en zelfs de spectaculair gekleurde heksenboleten.
Paddenstoelen in het wild
De paddenstoel die wij het beste kennen uit het wild, is wel die met rood-met-witte-stippen, ofwel de vliegenzwam. Wat je misschien niet wist, is dat deze paddenstoel zeer giftig is! Eet hem dus niet en vermijd hem zelfs aan te raken.
Wilde champignons
Wilde champignons, eekhoorntjesbrood en cantharellen vind je met wat geluk in de vrije natuur. De weidechampignon die van vroeg in de zomer tot laat in de herfst uit de grond schiet, is zeer lekker. Deze champignons zijn te herkennen aan de kleur van de lamellen, de dunnen vliesjes in de hoed: bij jonge exemplaren zijn ze roze, later verkleuren ze naar donkerbruin.
Paddenstoelen verzamelen
Wil jij graag het bos in om zelf te plukken? Wees dan wel heel voorzichtig en zorg dat je niet zomaar iets giftigs plukt. Eigenlijk is er maar één goede tip: ga altijd op pad met een deskundige. Dan weet je zeker dat je met eetbare exemplaren thuis komt en écht kunt genieten van je maaltijd!