De Waddeneilanden zijn een stuk prachtige en indrukwekkende natuur van strand, bossen, polders en duinen, verdeeld over een aantal bewoonde en onbewoonde eilanden.
Elk eiland heeft zijn eigen dynamiek, bewoners en diverse hotspots: van kwelders tot authentieke dorpjes en van lepelaars tot parnassia. Niet voor niets behoort de Waddenzee tot UNESCO Werelderfgoed en werd de Waddeneilanden vier jaar geleden uitgeroepen tot Mooiste Natuurgebied van Nederland.
Texel
Voor vogelliefhebbers is Texel een waar paradijs. Het eiland is met een landoppervlak van ongeveer 170 km² het grootste Nederlandse Waddeneiland en dé woonplek en rustplaats voor talrijke vogelpopulaties. Er zijn zo’n 300 soorten waargenomen, van de blauwe kiekendief tot de velduil. Ook bevindt zich hier de broedplaats van de oudste lepelaarkolonie van Nederland.
Naast vogels vind je op het eiland ook veel bijzondere duingebieden en strandvlaktes. Het Nationaal Park Duinen van Texel is zo’n plek met veel wandelroutes langs imponerende natuurgebieden als de Hors, de Geul en de Slufter, een gebied dat regelmatig wordt overspoeld door het Noordzeewater, waardoor er een unieke flora is ontstaan.
Het bezoekerscentrum van het Nationaal Park is Ecomare. Vanuit hier starten veel wandel- en fietsroutes langs het strand en op het wad. Ecomare is tevens een opvangplaats voor zeehonden en vogels en er is een natuurmuseum en zeeaquarium.
Vlieland
Het rustigste en meest afgelegen eiland is Vlieland, dat behalve het autoverkeer van de plaatselijke bevolking, autovrij is. Met maar één
dorp, Oost-Vlieland (West-Vlieland is in de loop van de 17e eeuw in zee verdwenen), bestaat het Waddeneiland vooral uit uitgestrekte naald- en loofbossen, duinvalleien, polders en een enorme zandvlakte, de Vliehors. Deze vlakte, ook wel de Sahara van het Noorden genoemd, heeft een oppervlak van maar liefst 20 km² en omvat de gehele westkant van het eiland. Grenzend aan de Vliehors liggen de Kroonpolders: vier
moerassige polders waar zo’n 70 soorten vogels hun onderkomen vinden.
Andere indrukwekkende eilandbewoners zijn de Schotse Hooglanders, die gras en struiken kort houden. Door de Hooglanders hier te laten
grazen, groeien de duinvalleien niet compleet dicht. Duinplanten verstikken daardoor niet en krijgen weer de natuurlijke ruimte, waarmee
de biodiversiteit in stand wordt gehouden.
Een van de hoogste duinen van Nederland, ook het hoogste punt van Friesland, is het Vuurboetsduin. Op dit 45 meter hoge duin staat de relatief kleine vuurtoren van 18 m hoog: de Rode Kabouter. Vanwege zijn hoge ligging biedt het duin een prachtig en weids uitzicht over eiland en wad, en is daarmee ook in figuurlijke zin een hoogtepunt voor eilandbezoekers.
Terschelling
Cranberry’s, orchideeën, lavendel en zeekraal. Op Terschelling groeit en bloeit van alles en dat trekt weer veel vlinders en vogels aan. Dat kan ook bijna niet anders als een eiland voor 80% uit natuurgebieden bestaat. De Boschplaat is het grootste natuurreservaat van Nederland. Vroeger was het een losse zandplaat, maar tegenwoordig vind je aan de westkant een berkenbos, het enige bos dat op natuurlijke wijze op de Waddeneilanden is ontstaan. Op de Boschplaat vind je verder uitgestrekte duingebieden, doorkruist door zandpaden. Ook staat er een voormalig scheepsbaken, de Noordkaap. Ben je op een nachtelijke excursie op de Boschplaat – het gebied is beperkt toegankelijk – dan kun je genieten van totale duisternis en een adembenemende sterrenhemel.
Een andere natuurrijke plek op Terschelling zijn de Kroonpolders. Hoewel de naam dezelfde is als die op Vlieland, gaat het hier om een prachtig landschap, dat bestaat uit een verzameling parallel lopende, voormalige stuifdijken. Dit beschermd natuurgebied bevat begroeide duinvalleien en biedt een ideaal onderkomen voor vogels zoals de wulp, blauwborst en tapuit.
Ameland
Ameland is als gevolg van een definitieve afsplitsing van het vaste land, vermoedelijk rond 1400, als eiland ontstaan. Door een dwars over
het eiland lopende geul (de Slenk) bestond het eiland lange tijd uit twee delen. Vandaag de dag is Ameland een geliefde en veelzijdige plek. Er is een natuurcentrum met uitkijktoren. In dit centrum bevindt zich onder andere een museum met zeeaquarium, er zijn exposities en er is een filmtheater en een energie expertisecentrum.
Duik je liever zelf de natuur in, dan zit je goed in de bossen, duinen, stranden en op het wad. Je kunt er dieren spotten, zoals reeën en fazanten, en – op het wad – kreeften. Hoe die ree daar terecht is gekomen? Vanaf Holwerd kun je via het wantij al wadlopend Ameland bereiken. Dit is een tocht van ongeveer 11 kilometer. In de vorige eeuw heeft een ree deze oversteek al springend en zwemmend gemaakt. De eilandbewoners hebben er zelf een reegeit bij gezet en inmiddels leven er meer dan 100 reeën op Ameland.
Schiermonnikoog
Net als op Vlieland kom je ook op Schiermonnikoog geen auto’s van toeristen tegen. Rustzoekers kunnen hier genieten van de stuivende
zandstranden met meer dan 100 verschillende schelpensoorten. Maar ook van de kwetterende vogels, grazende Exmoor pony’s, de gevlekte
paardenbloem en het sierlijke hondsviooltje. In het centrum van het dorp staat een gigantische onderkaak van een blauwe vinvis, die herinnert aan de walvisvaartperiode op het eiland, en toegang biedt tot de Willemshof.
Op de meest oostelijk gelegen boerderij van Schiermonnikoog ligt een eendenkooi. Hier kun je een rondleiding volgen van een echte kooiker
die je alles weet te vertellen over de gebruiken en geschiedenis. Wil je zeehonden spotten? Dan kun je aan de westkust, waar ooit het dorp
Westerburen in zee verdween, met een verrekijker turen naar de zeehonden die op de zandbanken liggen. Je kunt ook wadlopen naar de
kleine zandplaat Simonszand tussen Schiermonnikoog en Rottumerplaat. Hier zijn naast zeehonden ook steltlopers en kanoeten te vinden.
Op vakantie naar de Waddeneilanden
De Waddeneilanden zijn een prachtige en duurzame bestemming voor je vakantie. In eigen land zijn er genoeg dingen te zien en avonturen te beleven. Wil je meerdere Waddeneilanden bezoeken tijdens je vakantie? Dat kan. Ga eilandhoppen. Hoewel de Waddeneilanden op de kaart dichtbij elkaar lijken te liggen, kun je niet zo simpel van het ene naar het andere eiland reizen. De meest eenvoudige manier is om de boot terug te nemen naar de vaste wal en daar met de auto, fiets of het openbaar vervoer naar de volgende haven voor het volgende eiland te gaan. Je kan ook gebruik maken van de directe bootverbinding tussen de eilanden.
Meer weten over de Waddeneilanden en hoe je het beste kunt eilandhoppen? Lees hier hoe je kan waddenhoppen.
Dit artikel is eerder verschenen in LandIdee augustus-september 2020.