Vrijdag 24, zaterdag 25 en zondag 26 januari 2025 vindt de jaarlijkse tuinvogeltelling van de Vogelbescherming plaats. Het doel is dat zoveel mogelijk mensen vastleggen welke vogels er in hun tuin te zien zijn. Meedoen is makkelijk: ga een half uurtje observeren en kijk hoeveel je van welke soort ziet neerstrijken in jouw tuin. Geen ervaren vogelspotter? Geen probleem, met deze tips kun je alle vogels herkennen. 

Ieder jaar doen duizenden Nederlanders mee met de nationale tuinvogeltelling. Door deze telling krijgt de Vogelbescherming beter inzicht in hoe het gaat met de vogelpopulaties in ons land. Niet alleen belangrijk voor vogelonderzoek, maar ook een hele leuke manier om de natuur van dichtbij te beleven!

1. Leer de veelvoorkomende soorten kennen

Begin met de basis. Huismussen, kool- en pimpelmezen, merels en roodborstjes zijn veelvoorkomende gasten in Nederlandse tuinen. Bestudeer deze soorten online of in een vogelgids. Let op hun kleur, grootte en gedrag. Zo kun je al snel de verschillen tussen de kleintjes spotten.

2. Gebruik een verrekijker

Nu ligt het er natuurlijk aan hoe groot je tuin is, of dat je wellicht enkel een balkon hebt waar je in de gaten houdt wie er op de reling neerstrijkt, maar een verrekijker kan erg handig zijn. Hiermee kan je vogels van dichtbij bekijken zonder ze te storen. Zoek een comfortabele plek in je tuin, blijf rustig zitten en observeer. Geduld is je beste vriend.

3. Luister naar de zang en roep

Elke vogel heeft zijn unieke zang en roep. Download bijvoorbeeld een vogelapp op je telefoon en oefen alvast. Door goed te luisteren, leer je soorten nog sneller herkennen.

Anderen lezen ook:  12 tips voor een betoverende bloemenweide

4. Voer de vogels

Vogels komen af op voedsel. Gebruik verschillende voedertypes: vetbollen, zaden, en pinda’s trekken verschillende soorten aan. Let op: plaats het voer op een veilige plek, uit de buurt van katten en andere roofdieren.

5. Weet waar je moet kijken

Verschillende vogels hebben elk hun eigen voorkeuren voor een plekje in je tuin. Merels scharrelen graag op de grond, terwijl koolmezen liever in bomen en struiken vertoeven. Als je dit van tevoren weet, kun je er misschien makkelijker meer spotten.

6. Wees geduldig en geniet

Vogels kijken vereist geduld. Het kan best dat net op het moment dat jij even rustig gaat zitten om te kijken, het aantal vogels dat in jouw tuin neerstrijkt, tegenvalt. Niet elke dag zal je bijzondere soorten zien. Maar juist die rustige observatiemomenten maken de onverwachte verschijningen extra speciaal.