Libellen zijn prachtige insecten, met hun lange, slanke lijfjes en mooie kleurencombinaties. Daarom is het hoog tijd om wat meer te weten te komen over deze vliegensvlugge diertjes. 

6300 verschillende soorten libellen (orde Odonata) zijn er. Daarvan wonen ongeveer 70 soorten in Nederland en België. Tot de libellen behoren twee onderordes: de echte libellen en de juffers, zoals de watersnuffel op de foto.

2 tot 11 cm zijn de vleugels in spanwijdte, al kunnen sommige soorten zo’n 19 cm in spanwijdte behalen.

50.000 losse lichtdetectors kunnen de facetogen van een libelle hebben. Hiermee kunnen ze bewegingen goed waarnemen. De samengestelde ogen zijn overigens multifocaal: boven zien ze scherp op afstand, onder als bij een leesbril van dichtbij.

10 segmenten heeft het achterlijf. Dit helpt ze bij het sturen en het behouden van hun evenwicht.

2 tot 4 weken duurt het voor een eitje zich ontwikkelt tot larve. Deze larven kunnen wel 5 jaar onder water blijven leven waar ze zich voleten met waterdiertjes.

8 weken oud worden libellen gemiddeld ongeveer. Ze leven dus langer als larve dan als volwassen libelle. In Midden-Europa leeft een soort, de winterlibellen (Sympecma), die echter wel 11 maanden oud kan worden.

7.000 kilometer kan de in Europa zeldzame wereldzwerver (Pantala flavescens) afleggen. Al zwervend bereikt hij onder meer Australië en CentraalAzië en ook vliegt hij, gebruikmakend van thermiek, over de Arabische zee, van India naar Oost-Afrika. Zijn naam is dan ook meer dan toepasselijk.