Ze zijn de klopboormachines van het bos. De specht bewerkt bomen met zijn snavel, hakt lekkere kleine dieren uit het hout en signaleert door het getrommel dat het vrouwtje bereid is om te paren. Lees nog meer interessante weetjes over de bonte specht.

1. Wonderbaarlijke hersens

De specht kan zijn snavel die als een beitel werkt tot 12.000 keer per dag in hout slaan, 20 keer per seconde met een snelheid van 25 kilometer per uur. De hersenen van de vogel zijn niet door veel vocht omringd en worden dus niet bij elke stoot heen- en weer geschud. Zijn ogen gaan een milliseconde vóór de snavel op het hout botst automatisch dicht zodat de vogel geen oogletsel door houtsplinters oploopt.

Bij de bonte specht zijn twee tenen naar voren en twee naar achteren gericht. Daardoor kan de vogel handig en probleemloos langs een boomstam.

2. Werken met de tong

Met zijn zwart met witte jacquet, rode stuit en zwarte kruin met rood streepje, is de grote bonte specht een van onze mooiste broedvogels. Zijn snavel is een klein wonder: bij het roffelen kan die wel tot 20 keer per seconde tegen het hout slaan, met een snelheid van 20 km per uur! Maar hij gebruikt hem ook bij het zoeken van insecten onder de bast of het uithakken van een nestholte.

De tong van de specht is ruim 40 centimeter lang en fungeert als speciaal gereedschap. De specht klopt met zijn tong op de boomschors om de holtes te vinden waarin insecten zich bevinden.

Anderen lezen ook:  6 weetjes over de fazant

3. Groene specht

Zijn ‘collega’, de groene specht, heeft zich gespecialiseerd in mieren. De sapstroom van een boom is voor de specht een speciale voedselbron.

specht uit nest

4. Paringsritueel

In de lente hoor je vaak in bossen en parken tromgeroffel: het kenmerkende geluid van een grote bonte specht! Omdat het mannetje niet kan zingen, maakt hij door roffelen kenbaar dat hij op zoek is naar een partner.

Het paartje controleert na de balts de verschillende holen die de ‘aanstaande’ heeft gemaakt. Tijdens de bezichtiging kiezen ze het beste hol en bereiden het voor het broedsel voor.

5. Bigamie

Een vrouwtje kan zo enthousiast zijn over twee mannetjes dat zij in de boomholen van beide mannetjes eieren legt. Omdat de mannetjes ’s nachts een groot deel broeden, kunnen er twee succesvolle legsels ontstaan.

Het vrouwtje legt vier tot acht witte eieren die circa twee weken worden bebroed.

6. Kuikens van de specht

De grote bonte specht nestelt bij voorkeur in bomen met zacht hout, zoals berken. De uitgehakte spaanders vormen meteen een zacht bedje. Een vrouwtje legt meestal 4 tot 8 eieren, die het paar samen uitbroedt.

Als de jonkies na twee weken uitkomen, zijn ze nog naakt en hulpeloos en kruipen ze dicht bij elkaar op een kluitje. De uitkomende kuikens behoren tot de meest onderontwikkelde jongen in het vogelrijk: ze zijn naakt, hun oren en ogen zijn dicht.

Maar ze groeien snel: na drie tot vier weken verzorging door hun ouders worden ze al met zachte hand aangemoedigd om het knusse nest te verlaten. Zo leren ze zoetjesaan om op eigen pootjes te staan.

Anderen lezen ook:  6 weetjes over de moeflon

Lees nog meer interessante dierenweetjes!