Een hut van wilgentenen die in de loop der tijd mooi dichtgroeit, kan de ideale speelruimte voor kinderen bieden. Maar ook als natuurlijk tuinhuisje kan ‘ie dienst doen. De wilgenhut is te maken met natuurlijk materiaal.

Voor de wilgenhut heb je geen lijm of spijkers nodig, de constructie houdt zichzelf overeind.

Zo bouw je een wilgenhut

• Bouw de wilgenhut tot de late zomer op een rond grondvlak met een diameter van ruim twee meter. Zorg dat de dragende takken sterk en ± 3 meter lang zijn.
• Steek de takken schuin, in een cirkel, in de grond.
• Duw de takken heel goed aan.
• Laat ergens in de cirkel een paar takken weg om een ingang te maken.
• Steek dunnere tenen om en om, tussen de staanders door.
• Wil je een wilgenhut zoals op de openingsfoto, bedek dan het dak met een dikke laag riet.

Tip: Hoe langer de wilgentenen, hoe steviger het vlechtwerk.

Natuurlijke begroeiing

Het vlechtwerk hoeft niet helemaal dicht te zijn, want het zal niet lang duren voordat de tenen uitlopen en zo zelf voor een dichte, groene wand zorgen.

De wilgenhut groeit

Wil je een groene ingang?  Dat kan! Zoek lange en dunne wilgentenen uit. Zet aan beide kanten van de ingang verschillende wilgentenen neer. Buig deze wilgentenen naar elkaar toe. Zo ontstaat er een boogvormige kruipgang. Vlecht de wilgentenen in elkaar.

De tipi heeft dan een groene ingang en lijkt op een zomerse variant van een iglo!

Tip: Het helpt om dunnere wilgentenen eerst in water te weken, dan zijn ze gemakkelijker te buigen.

Welke wilgen zijn geschikt?

Wist je dat er wereldwijd meer dan 400 wilgensoorten bestaan? Enkele tientallen daarvan groeien in Midden-Europa. Een handvol wilgen is geschikt voor vlechtwerk. Met de katwilg, grauwe wilg, bittere wilg, schietwilg en amandelwilg kun je gaan vlechten. De grauwe wilg is het meest geschikt voor het vlechten van stevige constructies.