Op de vensterbank en in de kas kun je aan het nieuwe tuinjaar beginnen. Hieronder 12 handige kweektips voor het omgaan met zaailingen, ook als je vensterbank al een paar weken volstaat zijn deze tips zeker de moeite waard.

Kweektip 1 Groenten als tomaten, aubergines en chilipepertjes of bloemen als petunia’s, zinnia’s en stokrozen kun je vanaf februari/maart in de kas of op de vensterbank voorkweken. De planten zijn dan al wat sterker als ze in de volle grond worden gezet en dus beter bestand tegen bijvoorbeeld hongerige slakken.

Kweektip 2 Een lichte en brede vensterbank boven de verwarming is een ideale plek. De tere zaailingen hebben namelijk zonlicht en voldoende warmte nodig voor de groei. Als het te donker is, vormen ze lange stengels en raken ze verzwakt.

Kweektip 3 Gebruik altijd vers zaad, want voor zaden geldt: hoe ouder het zaaigoed, hoe minder sterk de kiemkracht. Sluit opengescheurde zakjes met zaad dat je niet meteen gebruikt goed af en bewaar ze op een koele en droge plaats.

Kweektip 4 Voor het opkweken van zaad zijn kunststoffen bakjes met een transparant deksel uit het tuincentrum geschikt. Je kunt ze elk jaar opnieuw gebruiken. Maak de bakjes voor het zaaien echter zorgvuldig schoon om te voorkomen dat de kleine tere plantjes besmet raken door schimmels. Je kunt ook kiezen voor eierdopjes, het ziet er leuk uit en de eierschil zorgt ook nog eens voor extra calcium in de grond. Let wel op dat je de schil versnippert wanneer je de plantjes verspeend, zo kunnen de worteltjes ongestoord verder groeien.

Kweektip 5 Zorg voor drainagegaten onder in je zaaibakjes. Vul het bakje met potgrond tot een paar centimeter onder de rand en verdeel de grond gelijkmatig over het bakje en druk lichtjes aan zodat je een mooi glad oppervlak krijgt.

Kweektip 6 Als je de kiemplantjes later verspeend, zaai je dicht op elkaar, blijven ze langer in het zaaibakje staan dan zorg je voor een grotere afstand tussen de zaden.

Kweektip 7 Op het zaadzakje staat normaal gesproken vermeld of de zaden licht- of donkerkiemers zijn. Lichtkiemers worden na het zaaien alleen maar een beetje in de zaaigrond gedrukt, donkerkiemers worden met een dun laagje gezeefde grond bedekt.

Kweektip 8 Zet na het zaaien de hele zaaibak in een grotere bak met water zodat de grond in je zaaibak zich door de openingen in de bodem vol kan zuigen.

Kweektip 9 Zaden hebben warmte en een hoge luchtvochtigheid nodig om te kiemen. Daarom moet je het zaaibakje met een transparant deksel of doorzichtige folie afdekken. Verwijder deksel of folie zodra de eerste tere blaadjes verschijnen.

Kweektip 10 Controleer regelmatig of grond nog vochtig is en gebruik indien nodig een plantenspuit; de grond mag nooit te nat worden. Op de vensterbank zullen je plantjes naar het licht toe groeien, draai je zaaibakjes daarom regelmatig om scheefgroeien te voorkomen.

Kweektip 11 Zijn je plantjes flink gegroeid, kun je ze – als tussenstap – verspenen in individuele potjes voor ze op hun definitieve standplaats uitgeplant worden. Haal ze hiervoor heel voorzichtig met een stokje of lepel uit de grond.

Kweektip 12 Wie bang is om de wortels van de kleine plantjes tijdens het verspenen te beschadigen, kan de zaden ook meteen in afzonderlijke potjes zaaien. Dit is vooral geschikt voor grovere zaden, zoals die van tomaten.